top of page

Een kaarsje ging uit en ging niet meer aan

"Wil jij een kaarsje voor mij aansteken"


Het sneeuwde gigantisch gisteren. Toen Grietje en ik van een bezoek aan de buurman door het bos terug liepen. Het leek wel een sprookje.

Ons huisje zag er zo mooi uit. boven op de berg. De bomen onder een dikke laag sneeuw en de slee liep zelfs vast.

Bij thuiskomst zag ik het grote blok ijs waar we een kaarsje in hadden gedaan. Het gaf een schitterend licht. Buiten waren de geluiden gedempt door de dikke laag ouderwetse sneeuw.

We waren zo blij als twee kinderen die voor het eerst sneeuw zien. Ik makte een grote bal voor een sneeuwpop en Grietje vloog er tegenaan met de slee.



Roos hielp mij bij de afwas spontaan als ik in de keuken dit aan het doen was. We maakten grapjes en Roos sprak mij aan als ik het niet goed deed. Ik nam haar mee voor korte ritjes met de oldtimer in het dorp en ze vond het dan prachtig. In ons huis wilde Roos eigenlijk nooit wonen. 'Thuis' noemde Roos de plek waar zij geboren was. Roos wist dat alleen wonen niet meer kon. Ik twijfelde aan haar dementie. Roos had zoveel meegemaakt en leek haar verdriet te verbergen net als een aantal andere mensen die bij ons in de woonzorgvoorziening woonde of hadden gewoond. Roos haar geheugen leek niet slechter te worden maar het gedrag chaotischer. De zorg noemde haar moeilijk en ze liet zich niet gemakkelijk helpen. Ik luisterde naar haar en gaf haar regelmatig de eigen regie weer terug. Soms moest er wat gebeuren en accepteerde Roos dit van mij. Werd dan wel boos maar ik liet haar gaan. Roos had deze situatie ook niet gewild. Achter deze boosheid lag veel verdriet. Het verlies van status, overlijden van haar vader, zoon en echtgenoot had zij niet kunnen verwerken. We hadden goede gesprekken en ik begreep haar situatie en accepteerde haar boosheid tot op zekere mate. Ze had haar kamer vol met beren. Twee oude beren waren heel bijzonder. In een gesprek met haar gaf zij aan dat dit de beren waren van haar overleden zoon. Als zij zich alleen voelde pakte ze dan haar beren erbij. Het gaf haar troost vertelde ze mij. Roos bleef mij tot het laatst herkennen.

Haar dood raakte mij behoorlijk. Roos was een prachtig mens en nog zie ik haar zitten naast mij in de oldtimer. Mijn gedachten gaan regelmatig terug naar haar. Wat moet zij zich vaak alleen hebben gevoeld ...


Gisteravond dacht ik hier weer aan toen ik het blok ijs zag met het kaarsje aan. In mijn voormalige huis had ik een Mariabeeldje met een kaarsje ervoor. Toen Roos mij vroeg om een kaarsje aan te steken deed ik dit.


Gisteravond moest ik naar ons toilet buiten.

Het kaarsje was uitgegaan en lag in een plons water. Ik kreeg het niet meer aan. In gedachten zag ik Roos mij aanspreken dat ik dom was geweest. Kaarsjes worden warm en doen het ijs smelten.


Ja Roos je hebt gelijk. Wat ben ik dom geweest. Ik moest lachen en dacht terug aan de mooie momenten. Roos ik hoop dat je je dierbaren weer terug hebt gevonden die je zo gemist had.


Morgen steek ik een ander kaarsje voor je op.


Nb. Roos was niet haar echte naam.




129 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page